

“We moeten leren onszelf opnieuw te wekken en wakker te houden, niet met mechanische hulpmiddelen, maar door een oneindige verwachting van de dageraad, die ons zelfs in onze diepste slaap niet verlaat. Ik ken geen bemoedigender feit dan het onbetwijfelbare vermogen van de mens om zijn leven te verheffen door een bewuste inspanning… om met opzet te leven.”
Henry David Thoreau, Walden, 1845
In het gedachtegoed van Thoreau klinkt iets door dat zich weerspiegelt in het thema New Nature: het voortdurende onderzoeken van de grens tussen leven en kunst. Dat onderzoek krijgt vorm door uiteenlopende contexten samen te brengen, zoals het dagelijks leven, werk, een wandeling of een beschouwing. In dit werk staan persoonlijke betrokkenheid en het scheppen van een werkelijkheid die verbonden is met het tastbare en het aardse centraal. Uit die houding groeit het verlangen om in het moment te leven.
Binnen de hedendaagse kunst wordt het conceptuele veld van New Nature gekenmerkt door een verschuivend perspectief op natuur en cultuur. Kunstenaars opereren in een landschap waarin de klassieke scheiding tussen het natuurlijke en het artificiële vervaagt. Het veld wordt gevoed door theorieën rond het antropoceen, nieuwe materialiteit en posthumanisme, en onderzoekt hoe technologie, ecologie en menselijke handelingen verweven zijn. In dit kader ontstaan praktijken die hybride materialen gebruiken, artificiële ecosystemen bouwen of processen zichtbaar maken waarin natuur en cultuur voortdurend elkaars vorm aannemen. Het is geen vaststaande stroming, maar een dynamisch landschap dat kunstenaars uitnodigt om zowel kritisch als poëtisch na te denken over hun verhouding tot de wereld om hen heen.
Het zijn grootse en soms abstracte velden die binnen dit thema samenkomen. De persoonlijke houding daarin is die van iemand die zoekt, tast en meebeweegt. Er wordt niet gewerkt vanuit een sluitende theorie, maar vanuit een lichamelijke betrokkenheid bij materiaal en context. Het onderzoek krijgt vorm in het doen zelf, in het bijeenbrengen van elementen uit dagelijks leven, werk en studie. Zo ontstaat een praktijk waarin de grote vragen van New Nature zich vertalen naar vormen. Een veld waarin bewustwording en verbeelding richting geven.

THE STONE CYCLE: A PROCESS IN WHICH ROCKS ARE FORMED, BROKEN DOWN AND REFORMED
MATERIALS
Libethenite, Hiddenite, Dragonite, Aragonite, Cockscomb, Albite, Fluorite, Ramsdellite, Ruby and Kyanite, Dolomite, Desert Rose, Sand Stromatolite, Natrolite, Actinolite in Talc, Carminite on Scorodite, Diopsite, Glaucophane, Bauxite, Sodalite, Crocoite, Adamite, Albite, Sphalerite, Peacock Ore, Aventurine yellow, Clinochlore (Seraphinite), Lizardite, Hematite, Galena, Sphalerite & Quartz, Alurgite Mica & Hydrotalcite,Fuchsite Mica, Natrolite on matrix,Tourmaline, Orthoclase, Muscovite,Wolframite, Coxcombe, Baryte, Aquamarine, Zeiringite (rare variation Aragonite + plaster

​​
​​
​
Een sokkel toont een grote ‘halfedelsteen’ van 27,5 kilo. Dankzij een spot glinstert de steen wanneer je hem nadert. De tientallen mineralen die erin zijn verwerkt, lagen tot voor kort in kleine kartonnen doosjes, uitgestald op een markt.
​
Voor dit werk werden de stenen opgekocht, stukgeslagen met hamer en beitel en verwerkt tot één grote steen. Als een poging tot vrijlating uit hun toegewezen gebruikswaarde en een terugkeer naar hun oorspronkelijke zijn.
​
Door de Rock Cyclus na te bootsen, zo dacht ik, zou ik de stenen kunnen samenvoegen op een manier die de natuur benadert.
Gezien de schoonheid van de stenen en de geologische structuren die daarbij verloren gingen, voelde beitelen brutesk. Tegelijkertijd benaderde het iets van het recyclingproces van de natuur zelf, waarin stenen door tijd en druk worden gevormd en weer afgebroken. Bovendien zette ik een proces voort dat al begonnen was bij de ontginning ervan. Door het zelf te doen, zonder machinerie, had iets meditatiefs: een ritmische, trage daad.
​
De vermalen fragmenten bracht ik samen in een mal, naar de vorm van een bestaande steen. Wie goed kijkt, ziet nog miniem de glinsteringen van de oorspronkelijke stenen. En wie blijft kijken, herkent misschien zelfs in de vorm de contouren van een kustlijn, ergens bij Dover.
​
Beitelend onthult de ingreep echter een spanning tussen natuurlijke cycli van vorming en afbraak, en menselijke pogingen tot herordening. Die zijn vaak arbitrair en tijdelijk, hoe doordacht ze ook lijken.
​
Langzaamaan laat het proces de discutabele positie van een maker zien. Elke poging tot vrijstelling is ook een ingreep. Elke handeling draagt sporen van hiërarchie, van betekenisgeving, van onderwerping.
​
De mal geeft de steen ogenschijnlijk een natuurlijke vorm, maar die vorm is wel volledig vooraf bepaald. De mal maakt het werk bovendien reproduceerbaar en herhaalbaar en ondersteunt daarmee precies het systeem waaruit het materiaal ooit werd gehaald.
​
Het zijn systeemstructuren waarvan dit werk zich probeert los te maken, maar waarvan het tegelijk toch weer gebruikmaakt. Zo valt de gehele handeling, en ook de uitkomst ervan, binnen een format dat nog steeds deel uitmaakt van hetzelfde systeem.
​
De steen staat op de sokkel als een eenmalige poging om anders met materiaal om te gaan. Wat begon als een poging om het los te maken van zijn rol binnen commerciële betekeniskaders, bleek vooral een herkadering. Niet een bevrijding, maar een verschuiving.
Is een white cube niet gewoon een vitrine waar je doorheen wandelt?
Met deze conclusies eerder uitgebeiteld dan uitgedacht, sta je waar anderen al eerder stonden: aan de grens van een denken dat al lang bestaat, maar zich zelden laat leven.
​
Namelijk de vraag of er een andere vorm van duurzaamheid denkbaar is.
Geen ethiek van optimalisatie, maar een ethiek van terughoudendheid.
Geen beheer, maar zorg. Geen meetbaarheid, maar zintuiglijke afstemming.
In plaats van duurzaamheid als management: een duurzaamheid als omgang. Traag, onvolmaakt, relationeel.
Geen oplossing, maar een andere manier van aanwezig zijn.
​
Een aantal richtingen die hierin zichtbaar worden:
​
Ecologische ethiek
Een denkwijze waarin de mens niet centraal staat, maar als onderdeel wordt gezien van een groter ecologisch netwerk. Niet de vraag wat wij met de wereld doen, maar hoe we onszelf opnieuw kunnen situeren binnen die wereld.
​
Zorgpraktijken
Een relationele benadering van materialiteit en omgeving, gebaseerd op aandacht, onderhoud, afstemming. Geen maakbaarheid of efficiëntie, maar een ethiek van zorg en verantwoordelijkheid over tijd.
​
Oecopoëtica
Een taal- en waarnemingspraktijk waarin het niet-menselijke mee mag spreken. Kunst als ruimte om opnieuw te leren kijken, horen, voelen voorbij de productieve blik.
​
Affectieve duurzaamheid
Duurzaamheid niet als plan of beleid, maar als affectieve relatie: rouw om verlies, hechting aan materiaal, verwarring over verantwoordelijkheid. Emotie als vorm van ethiek.
Vertragingsethiek
Een uitnodiging tot vertragen, stilvallen, minder doen. Geen technologische oplossing, maar een houding. Niet meer willen maken, maar misschien zelfs stoppen of afwachten.
THE ROCK CYCLE: A PROCESS IN WHICH ROCKS ARE FORMED, BROKEN DOWN AND REFORMED